Museum Voorlinden, Wassenaar (13 april 2017)
Vol verwondering

Als het eind in zicht is van ons bezoek aan Museum Voorlinden keer ik terug naar Skyspace, een vierkante ruimte die door de kunstenaar James Turell speciaal voor Voorlinden is ontworpen en tot een meditatief moment uitnodigt. Een koel briesje valt van boven, door een open vierkant gat, de ruimte in. Als vanzelf richt ik mijn blik naar boven. De grijswitte schakeringen trekken als ingelijste wolken, aan mijn ogen voorbij. Heel even verschijnt een vaag stukje blauw dat net op tijd wordt ingehaald voordat het weer uit het zicht verdwijnt. Ik blijf naar boven staren en zie in gedachten de kunstwerken die ik eerder heb gezien langskomen.
Het eerste is Open Ended van Serra; het loodzware, maar tegelijk elegante en lichtvoetige, kunstwerk, dat mij uitnodigt voor een wandeling langs een holle, stalen plaat die vervolgens om de hoek door een bolle buiging de weg die je moet gaan weer versmalt. Bij de volgende bocht denk ik dat aan het eind de uitgang is; maar telkens laat zich, tussen de prachtige kleuren van het gecorrodeerde staal, weer een pad zien dat verder gaat. Ik waan me in een oneindig doolhof.

Terwijl de ingelijste wolken nog steeds onvermoeid boven mij hoofd doorjakkeren en een eerste spatje regen de vloer bereikt, zie ik de relatie met het werk van Martin Creed dat ik kort daarvoor beleefde in zijn tijdelijke tentoonstelling Say Cheese.
Ik word uitgenodigd om door een glazen deur een hoge ruimte te betreden die voor de helft is gevuld met kleurige ballonnen. Degene die de glazen toegangsdeur bewaakt, probeert met vaste hand de ontembare wil van de ballonnen om zich uit de ruimte te bevrijden, onmogelijk te maken. Eenmaal binnen voel ik me verwant met de ballonnen. Wild sla ik om me heen om de weg naar het einde vrij te maken. De ballonnen schieten omhoog, de ruimte die vrijkomt wordt onmiddellijk opgevuld door ballonnen die, veel sneller dan ik, hun kans benutten de vrijgekomen ruimte weer in beslag te nemen. Het is een zinloos gevecht dat overigens niet tot gevolg heeft dat ik mijn pogingen staak. Bij de uitgang zie ik dat bij degene die na mij de uitgang bereikt, de paniek echt heeft toegeslagen.
Bij zowel het werk van Serra als het werk van Creed ben ik me onderweg bewust van de ruimte die ik inneem. Bij Creed laat ik me leiden door de onrust die het werk oproept om het doel, de uitgang te bereiken. Bij Serra is het de monumentaliteit van het werk die mij verrast en in alle rust de weg wijst……
Ik ontwaak uit mijn overpeinzingen als een voorzichtig om zich heenkijkende vrouw de ruimte betreedt. Ze gaat recht onder het gat staan, kijkt naar boven en strijkt over haar gezicht. ‘Het is open,’ zegt ze en kijkt even naar haar hand die ze aan haar rok afveegt. Snel doet ze een pas opzij. Terwijl ze zich omdraait en bij me vandaan loopt, laat ze zich als afscheid ‘het is een dag vol verwondering’ ontvallen.

Een zelfde uitspraak had ik kunnen doen toen ik links van een boeddha die zichzelf eens een spiegel voorhoudt, een forse ontluikende paardenbloem ontdekte die zich uit een kier tussen de vloer en de muur omhoog heeft gewerkt. Een merkwaardige ontdekking in een museum waarbij kosten noch moeite zijn gespaard om storende licht-armaturen verwijzingen naar nooduitgangen, brandblussers en andere storende factoren uit te bannen omdat ze afbreuk doen aan de architectuur en de tentoongestelde kunstwerken. Tony Matelli heeft me om de tuin geleid met dit verrassende beschilderde bronzen werk. Hij is er in geslaagd om mij het gewone, in een ongewone omgeving opnieuw te laten ervaren.
Ik zie een overeenkomst met Autostada SA-RC van de Oekraïense kunstenares Zhanna Kadyrova. Zij selecteerde in 2012 stukken asfalt met treffende scheurencomposities die bij wegwerkzaamheden in haar woonplaats Kiev op straat lagen. In een lijnrecht afgezaagde rechthoek siert het nu de museummuur en zie: het banale wordt verheven tot een monumentaal abstract schilderdoek.

Het langgerekte tuinpad brengt me langs uitnodigende grasvelden en nieuw beplante borders naar de bus die ons terug naar Zutphen zal rijden. Voor me loopt met een paraplu boven haar hoofd de vrouw die mij eerder inspireerde met de woorden ‘ het is een dag vol verwondering.’ Ik kijk omhoog, het regent niet.
Paul Woerlee