Centraal Museum Utrecht (16 november 2016)
De belofte

Er was de belofte om van ons bezoek aan het Centraal Museum Utrecht een spannend dagje te maken; maar het begon, zoals zo vaak in het leven, met inspanning. Dat gold om te beginnen voor de buschauffeur die na files op de snelwegen, in Utrecht vele ge- en verboden moest overwinnen om vlak bij het museum uit te komen. Toen deze hobbel was genomen, waren wij aan de beurt: Men was vergeten ons bij de coffee-corner aan te kondigen waardoor onze koffiezin danig op de proef werd gesteld.

Dat alles vergeet ik snel als onder de zachte tonen van gevonden geluiden en stemmen de in schemer gehulde tentoonstelling van Craigie Horsfield (1949) aan mijn ogen voorbij trekt. Bij elke stap langs de wanden met fraai uitgelichte kunstwerken neemt de spanning toe.
De rondleider vertelt dat het de bedoeling is dat we als kijker relaties aangaan met de kunstwerken en de wereld waarin wij leven; er wordt ons zelfs gevraagd na te denken over de manier waarop geschiedenis ons leven bepaalt en hoe we daar vervolgens ook zelf weer deel van uitmaken. Tsja, dat vind ik nogal een opdracht……

Ik merk dat niet al het getoonde zich makkelijk laat kennen. Hoewel ik weet dat de foto’s op papier zijn gedrukt dan wel zijn geweven tot wandkleed, verrast het me keer op keer hoe Horsfield juist door de gebruikte techniek vragen oproept. Misschien is dit wel het begin van de dialoog die hij nastreeft.

gadelas
Lydia Gadelas, Utrecht, May 2014.

Van het Centraal Museum kreeg Horsfield in 2014 de opdracht zich bij het fotograferen van dertig Utrechters te laten inspireren door kunstwerken uit de collectie van het museum. Horsfield ‘schiet’ geen foto’s maar gaat in gesprek met de geportretteerde. Hij probeert in een uitputtende dialoog door te dringen tot het wezenlijke van degene die hij voor de camera heeft. Dat is een nobel streven en het heeft er zeker aan bijgedragen dat het een prachtige reeks is geworden. Ik kan me vinden in de gedachte dat de geportretteerden zelf verwant raken met portretschilderijen uit de collectie van het museum maar ik kan me er moeilijk in verplaatsen dat zij daardoor een sterkere verbinding krijgen met hun woonplaats, hun stadsgenoten en hun geschiedenis.

Het imponerende werk Via Carozza (2012) zou op ruime afstand bekeken, zomaar een fresco kunnen zij. Het is het niet; het hangt gewoon aan de muur. Dichterbij lijkt het op een schilderij van een oude meester uit een ver verleden. Maar ook dat is het niet want de foto is in juni 2008 gemaakt. De afbeelding laat een groep mannen zien die in een religieus ritueel gezamenlijk een zwaar voorwerp dragen. Zowel de inspanning als de religieuze beleving is op de vele gezichten af te lezen. In de verklarende tekst staat: De mannen weten zich met elkaar verbonden, zij weten dat niet een van hen kan worden gemist. Zonder alle samenhangende individuen zakt zowel wat zij dragen als wat dat symboliseert in elkaar. Dat is misschien een mooie gedachte, maar ik kan daar niet zoveel mee.

carozza
Via Carozza (2012)

Er is één man op de foto zichtbaar die ook zijn twijfels heeft. Hij staat ongeveer in het midden, vlak voor de balk, en lijkt zich te midden van alle gekte en emotionele uitingen, met een bijna wezenloze blik te distantiëren van het hele gebeuren. Hij is een man naar mijn hart!

 

 

 

Als ik in een zaal uitkom die is versierd met een levensgroot wandtapijt zie ik in het hart van de afbeelding een landschap bij een invallende nacht waarin de vernietiging van een vaag gehouden tempelachtig bouwwerk, net op tijd is voorkomen. De rookwolken van een nog smeulend vuur stijgen op. In werkelijkheid is het een opname van de ramp plek in New York; 14 dagen en 18 minuten nadat twee vliegtuigen zich door het World Trade Centre heen boorden.Met mijn eerste waarneming legde ik het accent op de positieve gedachte dat de tempel was gespaard. De blauwe gloed, de rook die opstijgt als de nacht valt, geeft de hoop dat het met een sisser is afgelopen.

broadway

Broadway, 14th day, 18 minutes after dusk, New York, September 2001 (2002)

Mijn eigen fantasie ging dus in rook op. Op de plek waar de ramp zich heeft voltrokken benoem ik het blauwe ochtendlicht, als kil. En ik besef dat ik aan de intense blauwe gloed van het ochtendgloren en de vernietiging van het World Trade zonder veel moeite de hoopvolle betekenis kan geven dat wat echt belangrijk is, niet vernietigd kan worden. Op dat moment realiseer ik me dat Horsfield mij door zijn werk ongemerkt laat nadenken over de geschiedenis die ons leven bepaalt en hoe we daar vervolgens ook zelf deel van uitmaken. En dat is niet niks!

Paul Woerlee

reageren? klik hier